Bron: landelijk informatiecentrum gezelschapsdieren www.LICG.nl

Waarom voedselverrijking?

Knaagdieren en konijnen zijn levendige en slimme dieren. In een saai hok zonder afwisseling gaan zij zich snel vervelen. Ze kunnen dan ongewenst gedrag ontwikkelen, zoals knagen aan tralies en ander stereotiep gedrag. Ook kan verveling er voor zorgen dat de dieren onderling ruzie gaan maken.

In de natuur zijn deze dieren vaak druk met het zoeken naar voedsel, controleren van hun territorium, het maken van een nest of hol en met allerlei sociaal gedrag. Om te zorgen dat ze zich ook als huisdier prettig blijven voelen, is het belangrijk om te zorgen dat ze dit soort natuurlijk gedrag kunnen uitvoeren.
Eén van de manieren om konijnen en knaagdieren bezig te houden, is om een deel van het voer op een andere manier aan te bieden, in plaats van het gewoon in een bakje klaar te zetten. Daardoor kunt u hen uitdagen, laten nadenken en laten bewegen.
Ze moeten moeite doen om hun voedsel te bemachtigen en dat maakt het voor de dieren interessanter en vaak ook leuker. Dit wordt voedselverrijking genoemd.
Uit onderzoeken bij diverse diersoorten blijkt dat de dieren vaak een voorkeur hebben voor voedsel waar ze moeite voor moeten doen boven voedsel dat ‘gratis’ wordt aangeboden. Ze krijgen zo de mogelijkheid om natuurlijk gedrag, het zoeken naar voedsel, uit te oefenen.

Voorwaarden

Om succesvol gebruik te maken van voedselverrijking, moet u op een paar dingen letten.
– Het gebruik van voedselverrijking moet natuurlijk veilig zijn. Pas op dat het speelgoed niet om kan vallen, het dier niet klem kan komen te zitten of met tanden of poten ergens in kan blijven hangen.
– Blijf altijd in de buurt als u uw dier voedselspeelgoed geeft, zodat u direct kunt ingrijpen als er iets onverwachts gebeurt.
– Gebruik alleen voedsel dat uw dier gewend is. Geef geen onbekende groenten, daar kunnen de dieren buikpijn van krijgen.
– Let op de hoeveelheden. Het is niet de bedoeling dat uw dier teveel voer krijgt of bijvoorbeeld snoepgoed met suiker of andere ongewenste stoffen binnenkrijgt. Gebruikt u brokjes in het speelgoed, haal dit dan van het dagelijks rantsoen af.
– Pas op dat uw dieren geen ruzie met elkaar kunnen krijgen, zorg dat er voor elk dier iets te doen is en dat de dieren elkaar niet bij het voer weg kunnen houden.
– Zorg ervoor dat de dieren succes hebben. Het is niet de bedoeling dat zij het voer wel ruiken, maar er niet bij kunnen komen, want dan kunnen zij gefrustreerd raken. Begin dus niet te moeilijk.

Uit de winkel

In de dierenspeciaalzaak is tegenwoordig van alles te krijgen waarmee u dieren kunt laten werken voor hun voer. Een mooi voorbeeld zijn voerballen, waar u brokjes in kunt stoppen die er uit vallen als de dieren de bal rollen. Ook bestaan er puzzels die ontwikkeld zijn voor honden en katten, maar ook geschikt kunnen zijn voor bijvoorbeeld konijnen. Let er natuurlijk op dat het materiaal geschikt moet zijn en niet snel kapot geknaagd kan worden. Houd er rekening mee dat knaagdieren vaak minder handig zijn met bek en poten dan een hond of kat en minder kracht hebben. Dieren moeten eerst leren hoe ze de puzzels en voerballen moeten gebruiken, anders raken ze snel ontmoedigd.

Zelf maken

Natuurlijk is het ook heel leuk om zelf van alles te verzinnen en te knutselen om uw dier bezig te houden. Denk daarbij aan de volgende zaken:
Het materiaal moet veilig zijn voor uw dier. Knaagdieren en konijnen zullen hun tanden in het materiaal zetten en het vaak ook binnen krijgen. Maak daarom geen gebruik van:
– Giftige materialen (denk aan kleurstoffen en verf maar ook aan metalen, die geen roest mogen afgeven)
– Scherpe materialen (satéprikkers, spijkers, nietjes, ijzerdraad, maar ook materiaal waar scherpe splinters afkomen bij knagen)
– Onverteerbare materialen (bijvoorbeeld katoenen of wollen draden, rubber, elastiek, lijm, plakband en ander plastic)

Hooi-bal
Nodig: wortel, hooi, onbewerkte raffia, eventueel andere groenten.
Doen: Snijd wat staafjes wortel. Neem een draad raffia, leg daar een pluk hooi op. Leg in het hooi een staafje wortel. Vouw het hooi er omheen en knoop dit vast met de raffia draad. Vouw vervolgens de uiteinden van het hooi naar binnen en knoop dit weer vast met de raffia. Steek nu wat korte wortelstukjes tussen de raffia draad. Pak nog wat hooi en vouw dit om het pakketje heen. Neem een nieuwe raffia-draad en knoop dit er omheen. Steek nu aan de buitenkant nog wat groente tussen de raffia draad. U kunt ook een gaatje in een schijfje wortel maken en deze aan een raffiadraad rijgen die u om het pakketje knoopt

Hooi-rolletje
Nodig: lege wc-rolletjes, hooi, wortel of andere groenten.
Doen: Snijd wat wortelstaafjes. Knip een wc-rolletje in de lengte open. Neem een pluk hooi en duw dit in het rolletje. Doe er ook wat wortelstaafjes tussen. Zorg dat het hooi aan beide kanten wat uitsteekt. Dit kan ook met hele (niet opengeknipte) rolletjes, dat is iets moeilijker. Pas daarmee op met kleine dieren die in het rolletje vast kunnen komen te zitten.

‘Koekhappen’
Nodig: onbewerkt sisaltouw, onbewerkte raffia, diverse groenten, hooi.
Doen: Snijd dunne wortelschijfjes en maak er een gat in. Neem een stuk sisaltouw dat horizontaal bovenin het hok komt te hangen, en een paar raffia-draden die verticaal aan het sisaltouw komen te hangen. Knoop de raffiadraden aan het sisaltouw. Knoop of rijg nu groenten en hooistrikjes aan de raffiadraden, of maak strikjes van hooi door een plukje hooi aan een raffiadraad te knopen.

Hang het sisaltouw boven in het hok zodat de raffiadraden omlaag hangen. Hang het niet te hoog, want dan wordt het snel te moeilijk: kijk wat uw dier aan kan en leuk vindt.

Grabbelbak
Nodig: kartonnen doos met lage rand of deksel van een schoenendoos, stukjes oude krant, stukjes wortel, brokjes.
Doen: maak proppen van de kranten. Leg ze in de doos en strooi daartussen wat stukjes wortel of voerbrokjes. U kunt ook stroken krant gebruiken in plaats van proppen. Laat uw dier het lekkers zoeken. Let op dat uw dier de kranten niet opeet: een klein stukje kan geen kwaad, maar te veel is niet goed. Een grabbelbak kan ook worden gemaakt met stofvrij hooi of eventueel ander strooisel waar brokjes tussen gestrooid worden. U kunt op die manier het dagelijkse rantsoen aan brokjes voeren, zodat de dieren net als in de natuur hun voedsel bij elkaar moeten zoeken. Pas wel op dat het strooisel niet te hard of scherp is, zodat de dieren al zoekende niet hun ogen beschadigen.
Voor dieren als muizen of hamsters, die goed klimmen en graven, kunt u de laag hooi of ander strooisel wat dikker maken en de bak wat hoger.

Doosje met lekkers
Nodig: een klein kartonnen doosje (bijvoorbeeld van thee), brokjes of wortel, eventueel andere groenten en/of hooi.
Doen: Maak gaten in het doosje. Doe er nu kleine stukjes wortel en voerbrokjes in, of vul het doosje met groente en hooi. In het eerste geval kan het dier met het doosje gooien zodat het voedsel er uit valt, in het tweede geval moet het dier het doosje open zien te krijgen of kapot maken om bij het lekkers te kunnen. Kies wat voor uw dier het beste werkt.

Boomstam
Nodig: stukje verse boomstam van een niet-giftige soort, bijvoorbeeld berk, wilg, voerbrokjes, boor.
Doen: Maak het stammetje goed schoon en droog. Maak met een dikke boor gaatjes in de boomstam. Stop in elk gaatje een brokje.
Voor dieren als muizen en ratten is het een uitdaging om de brokjes uit de gaatjes te peuteren, het stammetje zelf is goed knaagmateriaal en kan hergebruikt worden als u het vult met droog voer. Let wel op dat er absoluut geen schimmels of zachte, vochtige plekken op het stammetje mogen zitten. U kunt hiervoor het beste in de dierenspeciaalzaak verkrijgbare wilgen-knaagstokken voor papegaaien gebruiken.

Veel succes!

Pin It on Pinterest

Share This